Rombout van den Nieuwenhof (zomer 2016)
We leven in een tijd die in veel opzichten veel complexer is dan de vorige eeuw. Althans dat is de vigerende opvatting. De vragen waar organisaties en managers mee worstelen veranderen van algemene vragen “Wat is de juiste strategie?”, “Wat zijn bruikbare tools?”, “Wie weet een best practice?”, naar complexere vragen zoals “Welke patronen spelen onder het oppervlak?”, “Is onze sturing deel van het probleem of van de oplossing?”, “Wat is een mogelijke next practice?” Vragen over het ontwikkelen van teams of organisaties staan echter niet los van het referentiekader van waaruit de vraag wordt gesteld. Complexe issues vergen inzicht van managers in de wijze waarop zij zelf organisatievraagstukken framen. Naast kennis over veranderkunde en organisatiekunde, zijn managers van de toekomst daarom gebaat bij diepere inzichten uit de psychologie en filosofie. “Verbindend veranderen” ontstaat wanneer al die invalshoeken worden gebruikt.